Op dit dossier zie ik helaas nauwelijks lichtpuntjes. Integendeel. Onze GroenLinks fractie heeft vanuit verschillende bronnen moeten constateren dat het disfunctioneren van het cultuurbedrijf nog veel erger is dan het BMC-onderzoeksrapport rapport doet vermoeden. En dat terwijl dat rapport al aangeeft dat - ik zeg het even met eigen woorden - ‘ knudde met een rietje’ was, en is bij de Domijnen. Kort gezegd komt het erop neer dat het een slechte keuze is gebleken om 6 functies onder 1 beheersorganisatie onder te brengen die alles top-down aanstuurt en zich overal mee bemoeit . Eén cultuurbedrijf met één identiteit is een zware miskleun. Met die keuze is vrijwel elke bodem onder cultuurvernieuwing en creativiteit weggeslagen. Het zou eerder andersom moeten zijn: ‘autonoom waar het moet en samenwerken waar het kan’. En dan zegt het BMC-rapport in zijn aanbevelingen ‘ streep onder het verleden ‘? Om daarmee de vieze smaak van de onderzoekconclusies weg te spoelen en op oude voet door te gaan met verwerking van de aanbevelingen ? De aanbeveling ‘ een streep onder het verleden ‘ hoe goed ook bedoeld , is zeer misplaatst. Het tegenovergestelde is juist waar. We hebben met de nog niet afgeronde fusie het kind met het badwater weggegooid en daar heeft de GroenLinks fractie al in 2017 voor gewaarschuwd .
De slogan van de domijnen is ‘ grondstof voor culturele vernieuwing ‘ . Van die culturele vernieuwing is echter vrijwel niets terecht gekomen , het tegenovergestelde is gebeurd. De creatieve infrastructuur is in elkaar gedonderd sinds 2015 en de beloofde synergie is niet gerealiseerd. We hebben het allemaal kunnen constateren . En dan doel ik niet op vorig jaar toen vrijwel alle culturele activiteiten door Corona stillagen, maar op de periode daarvoor . Veel minder bezoekersaantallen in 2017, 2018 en 2019 naast het terugschroeven van de programmering bij de podia en een kleinere bibliotheek . Dat zijn de feiten, slechter dus dan het BMC-rapport zelf doet vermoeden. Het rapport van Berenschot – dat onderzoek heeft gedaan naar de prestaties, kosten en opbrengsten van de podia in onze gemeente -, bevestigen de slechtere cijfers in bezoekersaantallen en relatief zeer hoge subsidie per bezoeker.
En dan poppodium volt. De bezoekersaantallen aan Volt zijn zwaar achtergebleven bij de verwachtingen en ook ten opzichte alle andere vergelijkbare poppodia - zo staat het ook het in het BMC-rapport en dat van Berenschot - en het is niet gepast om drie jaar na de start nog te beweren dat dat komt omdat het poppodium binnen het cultuurbedrijf moet groeien . Helaas moet de GroenLinks fractie achteraf constateren dat integratie van Volt een zeer ongelukkige keuze was terwijl onze fractie al in 2017 zelfstandigheid bepleitte - gesteund oor een onderzoek van LA Group- en een motie daarover het niet haalde . Volt is helaas, helaas ... geen poppodium geworden maar een lokaal jongerencentrum met een subsidie van 370.000 euro. Onze fractie vindt dat Volt alleen weer tot een volwaardig poppodium zou kunnen uitgroeien als het volledig zelfstandig zou kunnen functioneren. Is de wethouder bereid om het gesprek aan te gaan met de raad hoe Volt alsnog zelfstandig zou kunnen functioneren, gelet op de oproep daarover in het coalitieakkoord? Dus ongeacht de 10 te verwerken aanbevelingen.
Dan het stadsarchief. Het BMC-rapport geeft aan dat er grote risico’s gepaard gaan met het onderbrengen van dat archief bij een stichting onder de Domijnen, terwijl er van synergie met andere functies geen sprake is. Mijn vraag aan de wethouder is of het niet veel verstandiger is om het stadsarchief bij de gemeente te laten , ook gelet op de nieuwe Archiefwet. Onze fractie stelt voor dat de cultuurhistorische werkzaamheden van het stadsarchief worden uitgevoerd onder de Domijnen terwijl het stadsarchief het beheer van de gemeentelijke archieven (digitaal en papier) blijft uitvoeren binnen de gemeentelijke organisatie. Informatievoorziening, bewaren en beheren van gemeentelijke stukken is immers een kerntaak van de overheid.
Dan het rekenkamer rapport over de oprichting en fusie van de domijnen 2 jaar geleden dat precies een jaar geleden in een ronde wel aan de orde kwam maar niet echt follow up heeft gekregen. Het rekenkamer rapport geeft overduidelijk aan dat het college op geen enkele wijze de regie heeft gevoerd op het functioneren van de domijnen en de fusie. De schriftelijke reactie van het college op het rapport van de rekenkamer is helaas niet steekhoudend en correct. Door te schrijven dat de aanbevelingen zijn opgevolgd wil dat nog niet zeggen dat het ook zo is, raad en college hebben overduidelijk haar kader stellende en controlerende taak laten liggen.
Tegelijkertijd moet ik ook bekennen dat de raad zichzelf niet in de positie heeft gebracht om het reilen en zeilen van het cultuurbedrijf te kunnen inkaderen en te volgen. Het Berenschot rapport geeft niet voor niets aan dat zowel De Domijnen als de gemeente zouden moeten streven naar inzicht in de kosten en opbrengsten per functie, dat er nu niet is. Dit inzicht is minimaal nodig om de exploitatie van het cultuurbedrijf in de grip te houden. Het rekenkamerrapport in 2018 gaf alle aanleiding om ook meer te willen sturen op culturele performance van groot en kleinkunst en cultuur want onze stad verdient dat. De GroenLinks fractie vindt dan ook dat het college de regie moet gaan nemen in de kaderstelling en performance van kunst en cultuur en de raad daar intensiever bij moet betrekken.
Hoe nu verder? Ik verneem graag van de wethouder niet alleen hoe hij de regie op het cultuurbedrijf wil terugnemen maar ook hoe hij de raad hierin wil meenemen. Het rekenkamer rapport spreekt van een plan van aanpak hervatten fusie waarin het college aangeeft hoe doelen , termijnen en verantwoordelijkheden worden opgepakt en ingevuld en de raad daarover wordt bijgepraat, wellicht door meer gerichte monitoring over de culturele en financiële performance. Ik stel de wethouder tenslotte voor om op basis van de 10 aanbevelingen uit BMC en die van Berenschot en de Rekenkamer een herstelplan ambtelijk nader uit te werken, dat met het management van de Domijnen te bespreken en dit jaar nog terug te laten komen in de ronde van de raad. Ik verneem graag wat de wethouder van dit voorstel vindt.