Overgenomen uit: De Limburger, 16-8-2021 door Ron Buitenhuis.

Als kind liep hij al met z’n Belgische ouders mee in anti­kernwapenbetogingen. Wereldvrede, mensenrechten, klimaatrealisme, sociale gelijkheid, zijn nog altijd leidmotieven in z’n leven. Met zijn familie hielp hij nabestaanden van de genocide in Srebrenica. Maar hij moest van z’n Limburgse vrouw en schoonouders leren ‘ik hou van jou’ te zeggen.

Ik ben een rebel met Belgische fatsoensnormen. Een latente anarchist in een colbertjasje. Vroeger, als ik in een aangeschoten bui door Antwerpen huiswaarts keerde, wilde ik nog wel eens bloembakken verplaatsen. Bijvoorbeeld om de geldautomaat van een bank. Het was mijn symbolische verzet tegen het kapitalistische systeem dat zoveel onrecht en ongelijkheid in de hand werkt. Ik heb dat niet van vreemden. M’n vader en moeder namen me als kind al mee naar anti-kernwapenbetogingen. Later, toen George W. Bush in Brussel landde, protesteerde ik met vrienden tegen de Irak-oorlog. Wereldvrede, mensenrechten, klimaatrealisme, sociale gelijkheid, het zijn nog altijd leidmotieven in m’n leven.

Mijn vader was psychotherapeut in Gent en m’n ouders geloofden in antroposofisch onderwijs. Met m’n twee oudere broers ging ik naar een Rudolf Steinerschool voor de drie H’s: hoofd, hart en handen. Naast cognitief werd je ook creatief gestimuleerd met toneel, dans en muziek. Ik wilde al vroeg anders zijn dan de rest. Dus bij muziek koos ik voor het middeleeuwse instrument luit. Dat gaf rustmomenten in mijn explosieve karakter, dat eigenlijk meer van de funk, rock en techno is. Ik was als kind een streber met een enorme bewijsdrang. M’n broers waren avontuurlijker en tegendraads. In hun ogen was ik het nette, perfecte zoontje. Ik wilde een universitaire titel halen, om op de academische ladder even ver te geraken als mijn vader. Maar ik was nog niet zover.

Argentinië

Op m’n 19de trok ik een maand liftend door Argentinië. Daar zag ik de eenvoud van het bestaan, hoe arme mensen zonder stroom en warm water overleefden in sobere huisjes. Dan komt het besef hoe geprivile­gieerd je bent hier in het Westen. Bij terugkomst belandde ik via een vriendin in Sittard op de hbo-opleiding Creatieve Therapie Drama. Dan help je mensen die zijn vastgelopen, niet door te praten – zoals m’n vader – maar via drama en toneel. In Sittard ontmoette ik na een tijdje Marieke, een lieve, knappe meid uit Heerlen. Ze was dans- en bewegingstherapeute en had in Brazilië met straatkinderen gewerkt. Het klikte, niet alleen qua genegenheid, maar ook qua wereldbeelden. We droegen beide peace-buttons en aan ons huis hangt inmiddels 365 dagen per jaar de ­regenboogvlag. We voelen beide een sterke verantwoordelijkheid voor mensen die het minder goed hebben, of slachtoffer zijn van systemen, dogma’s en protocollen.

Die sociale rechtvaardigheid is een soort van familiedrijfveer. Vanaf 2007 heb ik m’n broer Thomas en m’n vader geholpen bij de slachtoffers en nabestaanden van de Srebrenica-genocide. Via creatieve en verhalende therapie hebben we de veerkracht en weerbaarheid van de overlevenden versterkt. M’n broer is dat tot 2015 blijven doen. Zelf werk ik sinds 2012 als docent aan Zuyd Hogeschool binnen de Academie voor Sociaal Werk, terwijl ­Marieke als zzp’er kindjes met het syndroom van Down in het reguliere onderwijs helpt. We zijn dankbaar voor een goed leven, met twee mooie dochters.

Prestatiestemmetje

Maar het prestatiestemmetje in m’n hoofd was nog niet tot zwijgen gebracht. Uiteindelijk heb ik aan de universiteit van Leicester een master gehaald in mensenrechten en internationale ethiek. Dan onderzoek je ethische kwesties bij de vervolging van Rohingya’s in Myanmar of Oeigoeren in China, maar ook het conflict in Syrië. Mag je als VN-veiligheidsraad ingrijpen als een regering haar eigen volk aanvalt? Waar ligt de grens van soevereiniteit?

Het zal niemand verbazen dat ik politiek gezien de idealen van GroenLinks omarm. Ik ben bestuursvoorzitter van de afdelingen Sittard-Geleen en Echt-Susteren, maar ofschoon ik best extravert ben en geen podiumvrees heb, voel ik niet de verleiding om zelf in de politieke arena te stappen. Weet je wat ik niet goed snap: GroenLinks streeft naar eerlijke ­inkomsten en arbeidsomstandig­heden, naar betere scholing en verdeling van de (huur)woningmarkt, naar behoud van de natuur en is waakzaam bij racisme en discriminatie. En wat doen mensen die meestal het meest gebaat zijn bij sociale gerechtigheid, die stemmen op partijen als Forum en de PVV? Partijen die wars zijn van positiviteit en solidariteit. Als wij mensen letterlijk met schop en plantjes willen helpen om van hun stenen voortuintje een groen tuintje te maken, worden we beticht van bemoeizucht.

Gelukkig is Marieke een optimistische realist. Van haar en m’n schoonfamilie heb ik ook geleerd dat het heel normaal is om ‘ik zie u graag’ tegen je kinderen te zeggen. Dat gebeurde bij ons thuis in Brugge nauwelijks. M’n ouders waren heel betrokken bij de wereld om hen heen, maar persoonlijke emoties ­tonen en delen was niet vanzelfsprekend Mijn vader zat als therapeut al de hele dag tussen emoties. Mijn moeder is helaas vroeg over­leden, toen ik 21 was. Dat ervaar ik steeds meer een gemis. Ik vraag me af waar mijn explosiviteit en streberigheid vandaan komen, maar er is niemand meer die over mijn vroegste vroeger kan vertellen. Met m’n vader kan ik filosoferen over de wereld, maar details over wie ik was of wat ik deed als kind zijn grotendeels met m’n moeder meegegaan. Ik hoop dat onze dochters ook anders durven te zijn en ooit in een wereld kunnen leven waar de belangen van de mens en de natuur vooropstaan. Laatst liepen we langs een slagerij en m’n dochter riep verschrikt: ‘Papa, dat kan toch niet, al dat vlees, al die dode dieren’. Op dat moment voelde ik een grote trots.