Jammer dat de ultieme bemiddelingspoging waar GroenLinks in de vorige raad middels een motie toe heeft opgeroepen niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. BEIDE partijen waren blijkbaar onvoldoende bereid om compromissen te sluiten en kwamen niet verder dan het herhalen en nogmaals uitleggen van hun standpunten. Jammer. Nu zijn we dus verplicht een besluit te nemen over de referendumaanvrage.

De discussie over het al dan niet toestaan van een referendum over de volkstuintjes is voor mij aanleiding om een persoonlijk statement te maken. Een statement waarin ik op punten afwijk van hetgeen GroenLinks vindt, een statement waarin ik zeker op punten afwijk van wat electoraal het beste is.

Wat hier voorligt is de vraag of het inleidend verzoek tot het houden van een referendum voldoet aan de criteria die genoemd worden in de door deze raad opgestelde referendumverordening.

We hebben professor Elzinga laten uitzoeken of het een onderwerp een besluit is waarover een referendum kan worden gehouden. Elzinga komt tot de conclusie dat dat zo is. We hebben het team burgerzaken laten toetsen of er voldoende geldige ondersteuningsverklaringen op het juiste formulier zijn aangeleverd. En ook dat blijkt zo te zijn. Wat nu nog voor ligt –en wat het enige onderwerp is waar we nog een oordeel over moeten vellen- is de vraag of hier –zoals de voorzitter van de raad stelt- sprake is van een zodanig spoedeisend karakter dat een vertraging door het houden van een referendum ongewenst negatieve effecten heeft.

En dat is de enige vraag die we moeten beantwoorden.

En dat is best een moeilijke. Want de neiging is groot om die vraag te gebruiken, te misbruiken om je eigen gelijk te halen. En ook ik had die neiging aanvankelijk.

Ik ben helemaal geen voorstander van referenda. Ik vind dat geen volksdemocratie maar volksdemagogie. Voor mij hoeft dat referendum helemaal niet. U zult mijn naam ook niet vinden in de lijst van ondertekenaars van de aanvrage.

Maar het wordt nog erger. Ik ben niet echt ontevreden met het nu voorliggend plan rond de volkstuinen. Ik kan er zogezegd mee leven. Natuurlijk, er is geen serieus onderzoek gedaan naar alternatieve plannen en dat is verwerpelijk. Maar ik vind ook dat er goed naar compenserende maatregelen is gezocht en dat daarbij niet op de centen is gekeken.

Een referendum zie ik niet zitten en het plan voor de schootsvelden vind ik een plan waar me te leven valt. Maar mag ik dan daarom tegen deze referendumaanvrage stemmen?

Nee dus.

Van mij als politicus, van mij als democraat wordt verwacht dat ik juist in deze situatie over mijn eigen schaduw heen durf te stappen. Het gaat niet om het gegeven dat ik geen referendum wil, het gaat om het gegeven dat er voldoende andere mensen zijn die wel een referendum willen. Het gaat niet om de vraag of ik voor of tegen de sloop van 7 volkstuinen ben, het gaat om de vraag of de inwoners van deze stad mogen uitspreken of ze voor of tegen zijn.

En dus is het enige dat hier telt de vraag of de aanvrage voldoet aan hetgeen we in onze eigen verordening geformuleerd hebben. Het onderwerp is goedgekeurd, de handtekeningen zijn goedgekeurd, blijft de vraag of de uitvoering niet kan wachten tot na april 2018.

En op dat punt is mij fractie helder.

Het houden van een referendum is een democratisch recht dat is verankerd in een verordening. Mensen dit democratisch recht ontzeggen doe je dus niet zomaar op je gevoel. Als je dat doet, dan doe je dat zeer goed onderbouwd. En daar zit voor mijn fractie nu precies het probleem: het voorstel is op dit punt totaal niet onderbouwd.

Het referendum is gepland voor maart 2018. De raad kan dan in april 2018 een besluit nemen op basis van de uitslag van het referendum. De provinciale subsidieverordening spreekt over aanbesteden voor december 2018 en opleveren uiterlijk 1 juli 2019. Toon dan aan met uitgewerkte uitvoeringsplannen en deadlines waar we met het toestaan van dit referendum in tijdnood komen.

Die stukken ontbreken echter. Er wordt geen bewijs geleverd, er wordt alleen maar een beroep gedaan op het “gevoel van urgentie”. Maar ik heb eerder al aangegeven dat we hier –bij een democratisch recht dat is verankerd in een verordening- niet moeten besluiten op basis van gevoelens, maar op basis van feiten. En mijn fractie moet constateren dat die feiten niet worden geleverd.

Geen bewijs, maar hooguit een gevoel … GroenLinks werkt daar niet aan mee en roept ook de collega’s in de raad op om over hun schaduw heen te stappen en ondanks hun aversie tegen een referendum, ondanks hun aversie tegen het plan om de 7 tuinen te behouden dat te doen waar ze voor zijn gekozen: objectief beoordelen of de aanvrage voldoet aan de wet- en regelgeving. Naar de mening van mijn partij is dat zo. Wij stemmen dus tegen het voorliggend voorstel.

 

Frans Benders, Raadslid

 

Frans inz. referendum "Red de Tuinen". Afspelen op YouTube