Recent zijn in Sittard-Geleen de welstandcommissie en de monumentencommissie opgeheven. Hun taken zijn overgenomen door de nieuwe Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. GroenLinks raadslid Willem Verhaeg vertelt waarom het belangrijk is dat de commissieleden de juiste expertises hebben, en hoe GroenLinks dat doel heeft bereikt.
Geruime tijd geleden kwam het onderwerp ‘ARK’ aan de orde. Achtereenvolgens voor bespreking in de Commissie ‘Stedelijke ontwikkeling, Mobiliteit, Cultuur en Dienstverlening’ en in september 2012 voor vaststelling in de Raad. De afkorting ARK staat voor de ‘Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit’. Zoals vrijwel alle andere gemeentes in Nederland beschikte ook Sittard-Geleen over een Welstandcommissie en een Monumentencommissie. De commissies waren in het leven geroepen om enerzijds nieuwe ontwikkelingen op gebied van stedenbouw en architectuur en anderzijds de instandhouding van monumentaal erfgoed te monitoren en te voorzien van vakhinhoudelijke criteria en adviezen.
Om een tweeledig doel te bereiken, namelijk de slagvaardigheid te vergroten en te komen tot een substantiele kostenbesparing, had de gemeente het plan opgevat deze bestaande commissies samen te voegen tot één nieuwe commissie: de ARK. Als uitgangspunt een goed idee, zou men in eerste instantie veronderstellen. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het instellen van een Welstandstandscommissie door een gemeente niet een wettelijk opgelegde taak. De gemeentes dienen echter wel te beschikken over een actief opererende Monumentencommissie, om het belang van erfgoed zo goed mogelijk te borgen.
Dit ‘kleine’ maar niet bepaald onbelangrijke detail, vormde in de basis de aanleiding tot het indienen van een amendement. In de oorspronkelijke plannen van het College van B&W was de beroepsachtergrond van de zittende leden zo bepaald dat de nieuwe commissie feitelijk uitsluitend zou bestaan uit mensen met primair een bouwkundige of architectonische achtergrond. Het monumentenbelang, maar vooral de kennis en kunde over de lokale situatie dreigde ons inziens daarmee verloren te gaan of op z’n minst geminimaliseerd te worden. Sterker nog, de porteuillehouder wethouder Peter Geenen postuleerde tijdens de vergadering van de commissie SMCD onomwonden dat elk lid minstens over bouwkundig geschoolde opleiding moest beschikken. Dat hij daarmee zijn eigen nota tegensprak, kwam in het debat duidelijk naar voren.
Al tijdens de commissievergadering SMCD kondigde GROENLINKS aan actie te ondernemen om er voor zorg te dragen dat het historisch en culturele element beter vertegenwoordigd zou gaan worden in de nieuw te vormen commissie ARK, bijvoorbeeld door het indienen van een motie of amendement. Na aanvankelijke weerstand bij het College en de nodige inzet van overtuigingskracht naar de andere (coalitie)partijen werd uiteindelijk, tijdens de Raadsvergadering van 13 september 2012, het onderstaande amendement in, mede-ingediend en/of ondertekend door alle partijen vertegenwoordigd in de Raad, unaniem aangenomen. Een politiek succes. De gehele procedure kreeg uiteindelijk zijn definitieve beslag, tijdens de raadsvergadering van 23 mei jl. toen de de benoeming van de voorzitter en leden van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, in de door GROENLINKS beoogde samenstelling, door de Raad werd vastgesteld.