In de raadsvergadering van 13 november werden onder andere de tweede programmarapportage 2014, de begroting van 2015 en de eerste begrotingswijziging sociaal domein besproken, GroenLinks raadslid Frans Benders heeft in het debat onze standpunten duidelijk gemaakt, zoals u hier kunt lezen en kunt zien op video.
Vier autonome thema’s samengebald in een spreektijd ... Dat wordt dus tempo maken ... Laat ik daarom beginnen met de Belastingmaatregelen 2015. Over de belastingvoorstellen heeft GroenLinks geen op- of aanmerkingen. Deze kunnen wat ons betreft als voorliggend worden vastgesteld. Zo, dat schiet op ....
Helaas moet ik iets meer tijd besteden aan de 2e Programmarapportage 2014. Uit de tweede programmarapportage blijkt overduidelijk dat het nieuwe College in 2014 ook in de uitvoering nog nauwelijks nieuwe accenten heeft gezet en eigenlijk is voortgegaan op de “oude” door de vorige coalitie uitgestippelde weg. Wij kunnen dat –als oud-coalitiegenoot- natuurlijk zeer waarderen. De fractie van GroenLinks zal dan ook instemmen met de voorstellen zoals die nu voorliggen. Maar dat wil niet zeggen dat wij geen commentaar of opmerkingen hebben naar aanleiding van de voorstellen.
De eerste opmerking heeft betrekking op de hogere kosten voor het College en hogere kosten voor de college-ondersteuning. De hogere kosten voor het College zijn een politiek feit. Daar gaat het ons in deze bijdrage niet om. Het gaat ons wel om de extra kosten voor de ambtelijke ondersteuning van het College. In vier jaar tijd gaat het om een totaalbedrag (College en ondersteuning) van 1,6 miljoen euro. Geld dat dus niet aan andere zaken uitgegeven kan worden. De fractie van GroenLinks vindt dat geen goede zaak.
We hebben een aantal jaren geleden als Raad er voor gekozen om ook de ambtelijke organisatie af te slanken. Als we onszelf als Raad serieus nemen, dan moeten we daar ook aan vasthouden. Dan moeten we niet opeens weer nieuwe, extra functies creëren. Dat was niet de opdracht van de Raad. En daar hadden wij als GroenLinks graag aan vastgehouden. Wij missen ook hier de beloofde “open dialoog” met de raad, zeker omdat het een afwijken is van een thema waar deze raad eerder een unaniem ander standpunt over heeft ingenomen.
Tenslotte voorzitter, een opmerking over het “Aandeel opgewekte duurzame energie.” Op dat punt meldt het College in de programmarapportage dat Sittard-Geleen in 2014 minder duurzame energie opwekt dan met deze Raad is afgesproken. Ook dat is een zaak die op weinig sympathie vanuit de GroenLinks-fractie kan rekenen. Het College geeft aan dat dat komt door vertraging in de ontwikkeling van Het Groene Net. Mijn fractie stelt dat dat maar deels klopt. We zetten alles op Het Groene Net en investeren niet in de diversiteit in de aanpak: bijvoorbeeld in de door meerder fracties in deze raad bepleite –maar door het College afgewezen actie- om zonnecollectoren op gemeentelijke gebouwen te plaatsen. En als je dan ziet dat je achter ligt bij de doelstellingen, waarom houd je dan zo halsstarrig vast aan het afwijzen van zonnepanelen?
En voorzitter, het niet realiseren van de duurzaamheiddoelen is extra wrang als we terugdenken aan de coalitieonderhandelingen. De leuze van de coalitie-in-wording- was: “duurzaamheid hoeven we niet apart te benoemen, dat is integraal onderdeel van beleid”.... Na de correspondentie over art 37 vragen –eerst van GroenLinks en later ook van de Stadspartij- over zonnecollectoren op gemeentelijke gebouwen we weten nu welk beleid bedoeld werd: het financieel beleid: het College staat op het standpunt dat we alleen investeren in duurzame energie als daar geld aan te verdienen valt! En zolang vuile energie goedkoper is dan schone energie schakelen we niet over! Goed, dat is een helder standpunt.
Maar, voorzitter, we hebben gezien dat een aantal partijen in deze raad op dat punt een aantal stappen verder zijn dan het College. We hebben gezien dat een aantal gemeenten in Limburg een aantal stappen verder zijn dan dit College. We hebben gezien dat ook de provinciale overheid op dat punt een aantal stappen verder is dan dit College. We hebben zelfs gezien dat de industrie in Sittard-Geleen een aantal stappen verder is dan dit College. Chemelot, Ballast-Nedam en de provincie investeren in het opwekken van zonne-energie. Zij durven te investeren in de toekomst door ook te investeren in zonne-energie. Sittard-Geleen doet dat niet en maakt zichzelf zo tot deel van een fossiel verleden in plaats van deel van de zonnige toekomst.
Begroting 2015
Voorzitter, Met het trefwoord “toekomst” kom ik aan de bespreking van het derde onderwerp: de begroting 2015. Het College presenteert deze Raad een –ook naar eigen zeggen- beleidsarme begroting. Dat betekent dat deze stad nu al voor het tweede achtereenvolgende jaar op beleidsmatig slot gaat: eerst kregen we in 2014 een beleidsarme begroting omdat er verkiezingen aankwamen en het College niet over haar eigen graf wilde regeren. Nu zit er dan een nieuw College, maar krijgen we desondanks alweer een beleidsarme begroting. De discussie over de hete aardappel van nieuw beleid en de daarvoor noodzakelijke extra bezuinigingen, die discussie is doorgeschoven naar 2016. Mijn fractie kan niet anders dan concluderen dat het deze coalitiepartijen de afgelopen zes maanden niet is gelukt om de stoere-mannen-praat uit het coalitieakkoord om te zetten in een gezamenlijk gedragen programma.
Voorzitter, daarmee brengt het College niet alleen zichzelf in de problemen, daarmee brengt ze de ontwikkeling van de stad in de problemen. Deze coalitie heeft vier jaar de tijd om daadkracht te tonen: van maart 2014 tot maart 2018. Maar twee jaar daarvan hebben ze al vrijwillig ingeleverd. Tja, een stad besturen is wat anders dan een coalitiedecreet opstellen en andere partijen laten tekenen bij het kruisje.! Een beleidsarme begroting van een kansarme coalitie. Hopelijk niet als voorbode van een stad die haar kansen niet pakt.
Voordat we ingaan op hetgeen in de begroting staat eerst aandacht voor een thema dat er niet in staan, maar waar wij als Raad wel uitdrukkelijk om gevraagd hadden: het vervoer van leerlingen die om welke reden dan ook aangewezen zijn op speciaal onderwijs. In de raadsvergadering van juli 2014 is toegezegd om uiterlijk tijdens de begrotingsvoorstellen van 2015 de resultaten te presenteren van een onderzoek naar de mogelijkheid om de reiskostenregeling voor leerlingen in het bijzonder onderwijs voor alle “zittende”gevallen te continueren zolang zij op betreffende school zitten. Ook hier is het College haar toezegging aan deze raad niet nagekomen.
Hierover heeft mijn fractie in de voorbereiding op deze begrotingsbehandeling haar ongenoegen uitgesproken. De portefeuillehouder heeft toen aangegeven dat het College er verder geen werk van heeft gemaakt, omdat men goede hoop had dat de regering dit probleem voor ons cq voor de betrokken kinderen en ouders zou oplossen. Een afwachtende houding. Niet zelf op zoek naar oplossingen, maar wachten in de hoop dat de oplossing vanzelf voorbijkomt. Voorzitter, dat is niet de manier waarop GroenLinks politiek wilt bedrijven. En we zijn blij dat ook de wethouder inmiddels heeft toegezegd dat de gemeente alsnog zelfstandig op zoek gaat naar kansen en mogelijkheden om dit probleem voor deze kinderen en hun ouders op te lossen. Zo zie je maar weer, ook in de oppositie kun je heel wat bereiken!
Tenslotte voorzitter nog een tweetal kanttekeningen bij zaken die wel in de begroting 2015 zijn opgenomen. Een van de twee is een compliment, het ander bepaald niet. Laat ik beginnen met het compliment: Mijn fractie is zeer tevreden met de uitwerking van het principe van de meeropbrengst van de OZB-bedrijven. Werd het tijdens de coalitiebesprekingen nog gepresenteerd als “terugploegregeling”, als een “cadeautje” van de stad aan Chemelot, DSM en NedCar/VDL ... in de uitwerking is het het tegendeel van een cadeautje. Op basis van voorstellen aan de raad en onder condities die ook op andere terreinen tegemoet komen aan de ambities van deze raad (social return, versterking mkb) wordt de “terugploegregeling” niet alleen een zinvol instrument in het stimuleren van gewoon puur, hard en zakelijk ondernemen, maar ook van maatschappelijk verantwoord ondernemen: met oog voor groei van de werkgelegenheid, rekening houdend met het aanbod op de regionale arbeidsmarkt, wordt het een instrument in het ondersteunen van het midden- en kleinbedrijf, van het onderwijs, van social return. Zo kunnen we er mee instemmen. Gelukkig is er ook een coalitiepartij die in de oude en in de nieuwe situatie vasthoudt aan haar principes.
Dan, tenslotte, voorzitter de voorstellen rond het Ideaalcomplex: het principe dat je alleen nieuwe investeringen doet met geld dat vrijvalt uit oude investeringen en afschrijvingen. Het College stelt met een heel slimme en quasi-logische redenering voor om het principe van het Ideaalcomplex aan te passen. “Vrijgekomen investeringsruimte” wordt opeens “vrijgekomen vrij besteedbare investeringsruimte”. En dat scheelt zo’n drie miljoen. Het College heeft namelijk berekend dat ze voor het realiseren van haar investeringen meer geld nodig heeft dan er via het reguliere Ideaalcomplex vrij komt. Maar die drie miljoen moet natuurlijk wel ergens vandaan getoverd worden. Mijn fractie is serieus op zoek gegaan naar de argumenten om af te stappen van het principe “oud voor nieuw” of “nieuw voor oud” zo u wilt. Maar alle antwoorden die we tot nog toe kregen waren cirkelredeneringen: In het coalitieprogramma hebben we afgesproken dat we 10 miljoen vrije investeringsruimte nodig hebben en daarvoor gaan we naar de raad. Maar aangekomen bij die raad –vandaag tijdens de begrotingsbehandeling- is het antwoord op de waarom we 10 miljoen vrij besteedbare investeringsruimte nodig hebben: omdat we dat hebben afgesproken in het coalitieakkoord! Ik heb het al eerder gevraagd: is de open dialoog met de raad die deze coalitie voorstaat?
Voorzitter, met dit soort ontwijkende cirkelredeneringen krijg je bij GroenLinks in ieder geval niet de handen op elkaar. Kom met concrete plannen en investeringsvoorstellen. Maar als het je niet is gelukt om voor 2015 en verder verrassend nieuwe plannen voor te stellen, als je als college niet verder komt dan een kansarme begroting, kom dan niet vragen om blind meer geld beschikbaar te stellen.! Als er vanaf 2016 of 2017 meer geld nodig is, dan willen we dat beoordelen op basis van concrete project- en investeringsvoorstellen. We willen nu niet al carte-blanche afgeven voor “hier heb je alvast het geld, kijk maar wat je er mee doet”. Dat is in de politieke realiteit die GroenLinks voorstaat de omgekeerde wereld.
En voorzitter, dan denken we met gemengde gevoelens terug aan het debat van gisteren en denken: was die wethouder van de drie decentralisaties maar zo clever om hetzelfde te doen. Want ook daar stond in het coalitieprogramma dat er 10 miljoen beschikbaar was voor knelpunten in transitie en transformatie. Ook daar is opeens bijna 3 miljoen van verdwenen als “vrij besteedbare ruimte”. Maar vanuit die portefeuille zien we geen voorstellen om die tegenvaller in de prognose te “repareren”. Maar bij de wens om nieuwe paleizen voor college, ambtenarij en een nieuwe raadszaal te bouwen gaan we wel “repareren”. Dat is precies waarom GroenLinks niet aan deze coalitie deelneemt. Deze coalitie investeert liever in stenen dan in mensen.
Wij stemmen in met de begroting 2016 ook op dit gebied, maar als het gaat om het ideaalcomplex niet met de doorkijk naar 2017 en verder. De aanvulling investeringsruimte tot 10 mln en dus de afwijking van het ideaalcomplex- willen wij niet bij voorbaat, maar alleen maar op basis van concrete voorstellen accorderen. Op dat punt houden wij het College aan haar eigen standpunt, zoals verwoord op pagina 36: “Zolang er geen sprake is van een structureel sluitende begroting worden geen extra middelen toegekend voor nieuw beleid” Voor het overige kunnen wij instemmen met de begroting 2015.
En voorzitter, dat brengt mij tenslotte bij het laatste onderdeel van de bijdrage van GroenLinks: Eerste begrotingswijziging sociaal domein
Allereerst wil ook mijn fractie nogmaals de complimenten uitspreken voor het in de afgelopen jaren geleverde voorbereidend werk, politiek, maar zeer zeker ook ambtelijk. Mijn fractie kan in principe instemmen met de thans voorliggende begroting voor het sociaal domein, maar heeft voordat zij zich definitief over de streep laat trekken toch nog een tweetal bedenkingen waar we graag met de Raad en het College over van gedachten willen wisselen.
De overdracht van de planning, toewijzing, financiering en toezicht van de rijks- en provinciale overheid naar de gemeenten is een operatie die zijn weerga niet kent en die enorme, nieuwe verantwoordelijkheden op het bordje van deze raad legt. Een uitdaging die ook deze raad graag is aangegaan. We hebben daar gisteren uitgebreid over gesproken. Bij het financiële traject van de drie decentralisaties hebben we als raad een tweetal zeer belangrijke uitgangspunten vastgesteld:
- het eerste principe is dat van “samen trap op, trap af”: het principe dus dat de landelijke bezuinigingen 1 op 1 worden doorvertaald naar de lokale situatie en niet worden gerepareerd met lokaal geld. Met als belangrijke kanttekening “tenzij er naar de mening van de raad zodanige ongewenste maatschappelijk ontwrichtende effecten optreden dat maatregelen onvermijdelijk zijn”.
- het tweede uitgangspunt was “schoon door de poort”: we wilden de taken van het rijk en de provincie per 1 januari gaan uitvoeren zonder dat we allerlei onbetaalde rekeningen uit het verleden ook nog gepresenteerd zouden krijgen. Collega Köhlen gebruikte gisteren het treffende voorbeeld dat een door het rijk gesubsidieerde instelling met 3 miljoen euro schuldniet van ons als gemeente kan verwachten dat wij die 3 miljoen euro schuld gingen betalen zodat de instelling niet failliet zou gaan. De landelijke en provinciale overheid moest haar eigen zaken eerst saneren en dan pas “schoon” overdragen. Over de wijze waarop in de begroting voor het sociale domein inhoud en uitvoering wordt gegeven aan beide principes heeft mijn fractie een aantal bedenkingen.
Laat ik beginnen met “schoon door de poort”: In het sociale domein maken alle partners een nieuwe start en zijn niet belast met “onbetaalde rekeningen uit het verleden” ... Dat is mooi gerealiseerd ... als het gaat om de partners van buiten. Maar we passen het niet toe op ons eigen deel! Daar staat nog altijd een onbetaalde rekening van dik 3,5 miljoen euro open ... een rekening van de gemeentelijke afdeling sociale zaken zelf ...een rekening die we mee naar de nieuwe situatie nemen en als “gemeentelijke schuld uit het verleden” doodleuk aan de toekomstige situatie presenteren. Mijn fractie vindt dat niet terecht.
`’Schoon door de poort” geldt niet alleen voor de partners van buiten –het rijk en de provincie-, het geldt zeer zeker ook voor de gemeente zelf. Nu staat in de begroting onder thema 4 “arbeidsparticipatie”, onder verwijzing naar een nog openstaande rekening uit “ombuigen met visie, maatregel 7” een bedrag van meer dan 3,5 miljoen euro ingeboekt. De nieuwe start wordt dus belast met een “schuld” uit het verleden van 3,5 miljoen ... Onze vraag aan de wethouder, maar misschien nog meer aan de raad is: waarom halen we die verstikkende last uit het verleden niet hier weg en boeken we die opdracht af bij de post “niet realiseerbare ombuigingen”, zoals we dat ook met een aantal andere niet realiseerbare ombuigingen op andere terreinen hebben gedaan? Zo komt de calamiteitenpot/het rampenfonds tenminste weer op de oorspronkelijk geplande 10 miljoen. Om dat te realiseren dienen we een amendement in.
Dan over het andere uitgangspunt, het principe “trap op, trap af” Dat principe wordt op correcte wijze toegepast in de begroting. En natuurlijk gaat het niet om “trap op”. Er komt geen geld bij. De rijksoverheid heeft fors gesneden in de budgetten en rechten van mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben. Het gaat dus om “samen trap af”: het direct en 1 op 1 doorberekenen van de bezuinigingen aan de mensen die voor hun normaal dagelijks functioneren aangewezen zijn op zorg en ondersteuning. Mijn fractie is altijd akkoord gegaan met dit principe, omdat daarmee ook de noodzakelijke rust en helderheid ontstaat voor de mensen. Het is voor iedereen helder: de door de overheid opgelegde bezuinigingen gaan we doorvoeren (trap af), maar wees gerust: ook niet meer dan dat (trap op). We ontnemen onze inwoners geen voorzieningen en diensten waar we als gemeente wel het geld voor krijgen.
Voorzitter, Dat lijkt in tegenspraak met de een-na-laastste zin in de begroting: “De budgetten van het Sociaal Domein zijn niet uitgezonderd bij de discussie van het totale ombuigingspakket” (pg 29). En wij schrokken van die zin. We hebben al te maken met “samen trap af” wat leidt tot forse bezuinigingen in het sociaal domein. Gekoppeld aan transitie en transformatie is het niet goed om dan ook nog eens extra te bezuinigen omdat we als gemeente het geld liever aan andere dingen –zoals nieuwe huisvesting voor college, ambtenaren en raad- willen besteden. Voorzitter, dan gaan we niet “samen trap af”, dan nemen we vrijwillig twee treden tegelijk en gegarandeerd leidt dat tot struikelen (plat gezegd: dan gaan we op onze bek!). Dat kun je de huidige en toekomstige cliënten niet aandoen!
Voorzitter, In de voorbereidingen op deze bespreking is ons van de zijde van de wethouder verzekerd dat er momenteel geen concrete plannen liggen om een deel van de 10 miljoen extra bezuinigingen die deze coalitie wil doorvoeren te bouwen ook daadwerkelijk bij het sociale domein weg te halen. Gelukkig maar.... maar schrijf het dan ook niet op ... denken wij dan! Maar goed, dat is het verschil tussen een college met en een college zonder GroenLinks! Maar laat een ding duidelijk zijn: Zodra deze coalitie extra gaat bezuinigen op het sociale domein zullen we alsnog recht tegenover elkaar komen te staan. Voorlopig is het nog niet zover en is er op dit punt dus geen reden om onze instemming aan de begroting voor het sociaal domein te onthouden.
Voorzitter, Een allerlaatste opmerking van mijn fractie over de drie decentralisaties heeft betrekking op het debat van gisteravond. Wij hebben mogen constateren dat niet alleen de fractie van GroenLinks, maar alle niet-coalitiefracties met een positieve, opbouwende en constructieve houding een bijdrage hebben willen leveren aan een breed gedragen steun voor de nieuwe taken van de gemeente. Maar we hebben ook moeten constateren dat van de zijde van de portefeuillehouder en een deel van de coalitie die positieve houding absoluut ontbrak en men in de negatieve “njet”-reflex schoot op alles wat de niet-coalitiepartijen in een 10-tal moties en amendementen had vervat. 10 x een harde en ongegronde “njet”reflex, maar vervolgens wel een uitnodiging om bij de wethouder aan de keukentafel aan te schuiven en gesprekken te houden onder de noemer “klankbordgroep”. Voorzitter, tot gistermiddag was mijn fractie warm voorstander van die klankbordgroep. Na gisteravond zeggen we: door de houding van de wethouder en een aantal coalitiepartijen ontbreekt de noodzakelijke vertrouwensbasis voor een dergelijk initiatief. Wij doen niet mee en leggen de debatten daar waar ze oorspronkelijk thuis horen: in deze raad en voorbereid door de raadscommissie DIWZ. We hadden het graag anders gewild, maar het is helaas niet zo.