Het zit allemaal niet mee. De financiële nood was al groot, maar is alleen nog maar groter geworden. Ik ga niet omkijken naar wat allemaal vooraf is gegaan, want daarmee zouden we voor de zoveelste keer in herhaling vallen. Met mopperen en zeuren, en het "achteraf gelijk" uitmeten van de beste stuurlui schieten we geen millimeter op.

Ik wil dus vooral vooruitkijken, want alleen daarmee is onze mooie gemeente en haar inwoners het meest gebaat. De burgemeester zou zeggen: “henj aan de ploog”, en “noe aan de bak”.

En dat is waarachtig ook gebeurd. In een welhaast onmogelijk kort tijdsbestek ligt een begroting voor, waarin uitersten zijn opgezocht om de artikel 12 status (dat wil zeggen onder curatele van Den Haag komen) te voorkomen. De complimenten voor dat huzarenstukje heb ik al uitgedeeld. Nu komt het aan op een inhoudelijke beoordeling en dan word ik iets minder enthousiast.

De begroting is immers niet gebaseerd op een denkrichting, op een kadernota of kaderbrief, maar louter ingegeven door de financiële crisissituatie. Feit is, dat daarvoor eenvoudigweg de tijd ontbrak. Een begroting ook, die niet getoetst is op de mogelijk ongewenste maatschappelijke effecten. Daarvoor was evenmin voldoende tijd. Het is een begroting geworden, die onder grote en bijna onmogelijke druk van de provinciaal toezichthouder tot stand moest komen. Een begroting dus, die vooral veel over boekhouden, over financieel rekenwerk, over systemen gaat. Het is een begroting van de rekenmeesters, want onderaan de streep moet het sommetje kloppen, om de straf van de waakhond te ontlopen.

Ook daar valt in de huidige omstandigheden weinig aan te doen: “het is zoals het is”, en wij zullen – of we dat nu leuk vinden of niet – moeten “wheelen en dealen” met dat gegeven.

Er is een stevige route afgelegd om te komen tot het voorliggende pakket aan maatregelen. Een miljoenenwals waaraan niet viel te ontkomen, en die ons dwingt om diep te gaan. Echter, dat wil natuurlijk niet zeggen, dat we deze uitgemolken begroting voor zoete koek moeten slikken, en achterover moeten gaan leunen totdat betere tijden aanbreken.

Nee, het is juist nu zaak, om de begroting uiterst kritisch te beoordelen, en de vinger op de zere plekken te leggen. Wat GroenLinks betreft betekent dat het blootleggen van dié passages in de begroting, waar niet de mens, maar het cijfer voorop heeft gestaan. Die invalshoek heeft centraal gestaan bij onze beoordeling van deze begroting. En het leidend principe voor GroenLinks was, is en blijft om daarbij vooral oog te hebben en op te komen voor wat kwetsbaar is, ter bescherming van degenen die het o zo dringend nodig hebben.

Dat is een lijn die wij steeds en consequent volgen, en waarvoor wij gelukkig ook veel medestanders kennen. Op een aantal punten hebben wij ons dan ook al weten te verstaan met geloofsgenoten, met gelijkgestemden, om daarbij met name in te zetten op het bijsturen van de bezuinigingsplannen en het verminderen van de ergste pijn. Ik noem met name:

  • Het terugdringen van de bezuiniging op de bijzondere bijstand, door de norm van 110% niet verder te verlagen.
  • Het verminderen van de aanslag op de BUIG-middelen teneinde vormen van arbeidstoeleiding overeind te houden
  • Het verzachten van de pijn voor het muziek- en dansonderwijs, gericht op de instandhouding ervan
  • Het behouden van een vorm van persoonlijke waardering voor mantelzorgers.

Natuurlijk had ik nog een heleboel andere belangrijke punten willen aandragen, maar dat zou het allemaal nog complexer maken. De vraag is immers nu al, in hoeverre de begroting ruimte biedt om aan al die substantiële en principiële wensen van GroenLinks tegemoet te kunnen komen. Naar aanleiding van het technische overleg van vorige week en de schriftelijke beantwoording blijkt dat niet mee te vallen. De eventuele plussen die door de Taskforce zijn geopperd, het brede pallet aan suggesties vanuit de creatieve geesten van alle politieke partijen, die eventuele plussen worden weggeschreven als zijnde lege hulzen. Als verder blijkt, dat ook de wethouder, met de hele ambtelijke organisatie als raadgevers aan zijn zijde, verder ook weinig hoop geeft op verdere bezuinigingsmogelijkheden, en ons met lege handen terugwerpt op het vinden van substitutie

Dan geeft dat te denken.

Als iedereen met alle kennis en wijsheid die hij in huis heeft, de handen in de lucht steekt, er blijk van geeft het verder niet meer te weten, de onmacht predikt, voorzitter, dan solliciteer je eigenlijk naar de artikel 12-status. 1).

En de vraag is dan vervolgens, en hoe erg is dat dan?

En hoeveel risico lopen we, dat ondanks alle nu voorliggende krampachtige inspanningen, de eerste de beste tegenvaller ons sowieso de in de armen van artikel 12 drijft?

Met andere woorden: als we nu vergaande maatregelen nemen (volgens GroenLinks: té vergaande maatregelen), en daarmee een aantal essentiële voorzieningen de nek omdraaien, en als we bovendien de belastingen vergeefs hebben verhoogd, dan hebben we daar straks stevig last van indien het uiteindelijk toch allemaal verkeerd uitpakt.

Ik resumeer met te herhalen dat wij als GroenLinks grote waarde hechten aan een samenleving, waarin solidariteit en eerlijk delen voorop staan. Op vele terreinen zijn wij bereid, gegeven de financiële omstandigheden, forse veren te laten en te accepteren dat er diep gesneden wordt. Dat is een pijn die we – hopelijk kortstondig – met zijn allen moeten dragen.

Maar voor de vier door ons genoemde uitgangspunten trekken wij een grens:

  • Geen verlaging van de bijzondere bijstand
  • Geen aantasting van de BUIG-middelen, die arbeidstoeleiding praktisch op slot zet
  • Geen onomkeerbaar lot voor een van de dragers van cultuureducatie
  • Geen rucksichtslos einde van het mantelzorgcompliment.

 

Math de Loo, Fractievoorzitter en raadslid