In de raadsvergadering van 22 maart heeft de gemeenteraad van Sittard-Geleen de bezuinigingsvoorstellen van het College van B&W besproken. GroenLinks heeft hier een bijzondere vraag te beantwoorden: vinden wij dat met deze bezuinigingsvoorstellen vanuit onze politieke visie van groen/duurzaamheid en links/solidariteit de juiste keuzes gemaakt worden?

Zo algemeen gesteld moet die vraag door ons met NEE beantwoord worden. De bezuinigingsvoorstellen van het College zoals die nu voorliggen zijn in de visie van GroenLinks volstrekt onzinnig en overbodig. De bezuinigingsvoorstellen zijn namelijk een direct gevolg van het feit dat dit kabinet de banken- en speculantencrisis middels overheidsbezuinigingen direct en indirect afwentelt op de gewone burgers. Direct door de rekening neer te leggen:

  • bij de kinderen die speciaal onderwijs nodig hebben,
  • bij de ouderen en gehandicapten die afhankelijk zijn van voorzieningen als huishoudelijke hulp of aangepaste arbeidsplaatsen zoals bij Vixia,
  • bij bepaalde groepen bijstandsgerechtigden die middels de gezinsnorm ook nog de laatste cent uit de zak wordt geklopt.

En wij zijn het helemaal oneens met het feit dat de lagere overheden in dit geval de gemeenten- een onevenredig groot deel van die bezuinigingen moeten invullen. Want zo krijgen de burgers ook indirect voor een tweede keer de rekening gepresenteerd. Er zijn andere oplossingen mogelijk. Maar dan wel met een kabinet met een andere politieke visie!

De voorstellen

Maar dat kabinet zit er niet .... en dus moeten we ook als GroenLinks iets vinden van de manier waarop de gemeente Sittard-Geleen vorm en inhoud geeft aan de door dit rechtse kabinet opgelegde bezuinigingen.

En als je de vraag naar steun voor de bezuinigingsvoorstellen zo stelt, dan kan de fractie globaal instemmen met de voorstellen. De manier waarop het College de voorstellen heeft ontwikkeld, heeft daarbij geholpen. Dankzij de ambtelijk opgestelde groslijst van posten die allemaal in principe in aanmerking zouden kunnen komen om geschrapt te worden, hebben we een goed zicht niet alleen op dat wat we bezuinigen, maar ook op dat wat we overeind houden! En in die zin kunnen we op de allereerste plaats instemmen met de impliciete besluitvorming: met de voorstellen om zaken overeind te houden en niet weg te bezuinigen. Want van veel van het GroenLinkse erfgoed blijven we af! Ik noem de langdurigheidtoeslag voor mensen op bijstandsniveau, het jeugd- en jongerenwerk en het poppodium in het bijzonder, blijven investeren in en faciliteren van natuur- en milieueducatie, de streekboerderij, speelvoorzieningen, veiligheid in en rond de scholen, in mondiaal beleid.

Naast waardering voor deze procesmatige kant heeft GroenLinks ook veel waardering voor de visie die aan de voorstellen ten grondslag ligt. Bezuinigen leidt maar al te vaak tot “dingen niet meer doen” en feitelijk daarmee tot stilstand. En dat is precies wat we als stad ons niet kunnen permitteren. Daarom onderschrijven we graag de visie van waaruit de voorstellen zijn geformuleerd: (en ik citeer)

Dat voortbouwen draait om toekomstbestendigheid. We moeten nu ingegeven door een forse financiële problematiek, ingrijpende keuzes maken die van invloed zijn op de kracht, vitaliteit en leefbaarheid van onze stad in 2015 en verder. Dat vraagt om het loslaten van het vertrouwde kader ten faveure van het maximaal voorsorteren op maatschappelijke ontwikkelingen met vernieuwende initiatieven.

Dat zijn in de ogen van de fractie van GroenLinks geen loze woorden, Het overeind houden van zoveel mogelijk steun voor mensen die tijdelijk of langdurig die hulp nodig hebben, geven we vorm middels een andere aanpak in de WMO (de zogenaamde kanteling), middels een andere aanpak vooruitlopend op de Wet Werken naar Vermogen (het 600-banenplan). En hetzelfde geldt voor de gepresenteerde visie op cultuur als antwoord op de vraag hoe je culturele voorzieningen in deze stad overeind kunt houden en hoe je culturele ontwikkeling en culturele vernieuwing, culturele diversiteit kunt stimuleren. En juist door die vernieuwende, die toekomstbestendige visies zijn we in staat –ondanks bezuinigingen- veel overeind te houden.

Twee redenen dus om positief in te steken. Maar natuurlijk heeft GroenLinks op een aantal van de 36 voorstellen een net wat andere insteek dan de coalitiegenoten of het College. We zijn niet op alle punten met de verhalen rond de voorstellen tevreden, we zijn niet op alle punten gerustgesteld, we vertrouwen niet op alle punten blind op een goede afloop.

Wat de majeure projecten betreft heeft dat onder andere betrekking op maatregel 1: cultuur. GroenLinks is van mening dat de grove schets die gegeven wordt van het toekomstig cultuurbeleid in de gemeente Sittard-Geleen daadwerkelijk kan leiden tot een bezuiniging van 750.000 euro. Maar als ergens het adagium van het College “we bezuinigen niet, we buigen beleid en uitvoering om en besparen zo geld” daadwerkelijk gerealiseerd moet worden, dan is het wel hier.

Want de vraag bij maatregel 1 is: zijn we in staat om middels een andere manier van organiseren en faciliteren het huidig cultuuraanbod te handhaven, af te stoffen, te moderniseren, aan te passen aan de behoeften van de huidige en toekomstige generatie en tegelijkertijd een efficiencyslag door te voeren die het uiteindelijk mogelijk maakt het huidige aanbod –aangepast aan de tijd en de veranderende behoeften- met minder geld toch beschikbaar te blijven stellen aan onze burgers?

GroenLinks is ervan overtuigd dat de intenties van het geschetste beleid, dat de intenties van het op te richten cultuurbedrijf positief zijn. Het cultuurbedrijf kan een goed instrument zijn om de gewenste ontwikkeling in gang te zetten en te realiseren. Maar het cultuurbedrijf kan ook een moloch worden, een ambtelijk-bureaucratisch naar binnen gericht monster dat alleen maar vanuit zichzelf denkt en daarmee alle initiatief en creativiteit van buiten dood slaat. Juist in het zoeken van een nieuwe balans tussen het blindelings subsidiëren van ieder creatieve, unieke, ludieke of kolderieke oprisping en het invoeren van een door de staat gecontroleerde monocultuur ligt de uitdaging van deze opdracht. Wij geloven in de intentie, wij geloven in de pretentie, wij geloven in de integriteit van de cultuurdragers en zeggen daarom volmondig ja. Wetende dat het College heeft toegezegd de raad nauw betrokken blijft bij de verdere ontwikkeling.

Tenslotte hebben wij een kanttekening bij het nieuw beleid: Brainport. Ook de fractie van GroenLinks is van mening dat de ontwikkelingen op de Chemelotcampus een van de dragers van de economische toekomst van deze regio is. Een ontwikkeling die we als gemeente moeten steunen daar waar het ook maar even kan. Alleen moeten we als gemeente natuurlijk wel onze plaats weten:

  • multinationals onderhandelen met de Europese en nationale overheden over financiering van hun innovatieve trajecten,
  • ze praten met nationale en provinciale overheden over de financiering van noodzakelijke infrastructurele maatregelen als een verbreding van de A2.

Als we echt als lokale overheid een bijdrage willen leveren aan het faciliteren van de ontwikkelingen in Brainport, als we echt iets willen bijdragen aan de groei van de Chemelotcampus, dan moeten we op de eerste plaats onze positie, onze rol, onze taak, onze mogelijkheden kennen en duidelijk maken.

Dat is ook precies de reden waarom ik als fractievoorzitter van GroenLinks Sittard-Geleen enkele maanden geleden samen met Margriet van Tulder, fractievoorzitter van GroenLinks in het Limburgs Parlement en met Jolande Sap, fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer en een beleidsmedewerker van de GroenLinks fractie in het Europees Parlement op werkbezoek ben geweest bij de Chemelot Campus. We hebben daar uitvoering gesproken ook over de rollen die de Europese, nationale, provinciale en lokale overheden kunnen en moeten spelen. Maar we hebben het ook gehad over het risico dat iedereen een graantje mee wil pikken van de successstory en elkaar dus voor de voeten gaat lopen.

En juist daarom pleit mijn fractie bij het instellen van een Brainportpot van 6 ton al van begin af aan voor duidelijkheid:

  • duidelijkheid over onze positie, rol en taak als gemeente in relatie tot de andere overheden
  • duidelijkheid over de bijdrage die we dus gaan leveren
  • duidelijkheid over de doelen die daarmee gerealiseerd gaan worden
  • duidelijkheid over de wijze waarop daarover gerapporteerd wordt.

En helaas moeten we stellen dat die duidelijkheid er nog altijd niet is. We hebben als raad nog steeds geen kaders kunnen definiëren, we hebben geen beleidsplan, geen activiteitenplan, geen plan van aanpak besproken. We hebben het bekende verzoek om 6 ton beschikbaar te stellen, maar we hebben nog steeds geen concreet plan waar het College in de besteding van die 6 ton op afgerekend kan worden.

Maar net als bij het Cultuurbedrijf zeggen we: we geloven in de intentie, we geloven in de kracht van het plan, we geloven in de partners die het gaan maken ... maar we zullen het College nauw en kritisch volgen wat ze met ons geld en met onze toekomst gaan doen. En in die zin heeft de toezegging die het College op dit punt heeft gedaan in haar laatste brief aan de raad, geholpen om ons over de streep te trekken.

Tot slot

Het College vindt in het debat over de ombuigingsvoorstellen de fractie van GroenLinks aan haar zijde. Wij zijn het eens met de voorgestelde visie, de uitgewerkte kaders en de concrete maatregelen. Maar GroenLinks is daarmee geen trouwe, slaafse, jaknikker geworden. Op het terrein van de cultuur, de WMO, de onderkant van de arbeidsmarkt zijn de toekomstvisies van waaruit beleids- en uitvoeringskaders worden ontwikkeld nu neergelegd. Op het terrein van het beheer van de openbare ruimte en het parkeren moet dat voor een groot deel zelfs nog gebeuren.

De fractie van GroenLinks zal bij het volgen en beoordelen van deze uitwerkingen ook de komende jaren een kritische rol blijven spelen. En als we van mening zijn dat de beleden goede bedoelingen niet waar worden gemaakt, dan zal mijn fractie de eerste zijn om aan de bel te trekken.

Zie de raadsagenda van 22 maart in het informatiesysteem van de gemeente voor de bijbehorende raadsstukken.