Kadernota (raad 22 augustus 2019)

De weg naar de Kadernota was geplaveid met obstakels: het gebrek aan financiële middelen, de beperkingen van het preventief toezicht, het keurslijf van het bijgestelde begrotingskader, de moeizame vergaderingen van de raadswerkgroep, de geannuleerde raadsconferentie en de uitgestelde behandeling vlak voor de zomer.

Daarmee zijn we er nog niet, want ook de agendering voor vandaag vormt een obstakel. Het is immers een ongelukkig moment, om tegen de achtergrond van het politieke decor uitgebreid in te gaan op de inhoud van de Kadernota. Eerst moet er orde op zaken worden gesteld, om daarna – in nieuwe verhoudingen – de discussie zinvol te doen zijn.

Afgezien daarvan, hebben we natuurlijk te maken met het gegeven, dat deze Kadernota weinig opzienbarends herbergt. Het is de Kadernota van de ingetogenheid. Immers, de financiële ruimte is zeer gering, en dan kun je wel heel veel willen, maar dan krijgt het ook al heel snel veel weg van luchtfietserij. Logisch en begrijpelijk dus, dat deze Kadernota vooral gaat over richtingen en accenten, en in mindere mate over de concreetheid der dingen.

Die ingetogenheid die de Kadernota kenmerkt, vraagt in de gegeven politieke situatie ook om ingetogenheid in de beschouwing ervan.

We hebben dat eerder al met elkaar geconstateerd op 4 juli, toen we oordeelden dat behandeling van de kadernota toen niet opportuun was.

En eerlijk gezegd, is GroenLinks nog steeds van mening, dat ook vandaag nauwelijks sprake kan zijn van een echt debat. Welke betekenis zouden we daaraan mogen toekennen, en wat is de houdbaarheidsdatum ervan? Op die onzekerheid valt amper te bouwen.

Wij stellen ons daarom voor, dat er ruimte moet zijn, om in het najaar – waarschijnlijk in samenhang met de behandeling van de begroting – een dubbelslag te maken.

Ik hoor van de wethouder graag, hoe daaraan verder gestalte te geven.

Het verkiezingsprogramma van GroenLinks is herkenbaar tot uitdrukking gekomen in het coalitieakkoord Samen Duurzaam en in de Kadernota wordt hierop voortgebouwd. Ondanks en dankzij zijn abstractheid, kunnen wij in dit stadium tevreden zijn. Verdere beschouwingen wil ik bewaren tot het moment, waarop daaraan echt betekenis kan worden toegekend.

Niettemin wil ik twee zaken niet onvermeld laten.

Op de eerste plaats wil ik mijn waardering uitspreken voor de open houding van het college, om naar aanleiding van de bespreking in de Rondes te hebben mogen meewerken aan een erratum op de Kadernota. Wat ons betreft een werkwijze die nadrukkelijk navolging verdient. Zo kon in afstemming met D66 vorm worden gegeven aan een betekenisvolle aanvulling op het thema duurzame mobiliteit, waarvoor dank Bert, en kon in een een-tweetje met het CDA de cultuurparagraaf wat sterker worden aangezet. Met de credits voor Andries.

Wat daarnaast veel bijval ontmoet van GroenLinks, is de voorgenomen wijziging in attitude bij de dienstverlening, waarbij er gewerkt gaat worden, ik citeer: ”aan een gezamenlijk proces beleid en uitvoering, gericht op één integrale verordening sociaal domein, gebaseerd op de omgekeerde toets”. Een hele mond vol, maar het komt er op neer dat in de verordening niet de wet- en regelgeving centraal staat, maar de beste oplossing voor de inwoner. Bravo!

GroenLinks had het voornemen, om bij de aanvankelijke behandeling van de Kadernota op 4 juli een motie in te dienen, waarin wordt opgeroepen om samen toe te werken naar een verbetering van de onderlinge verhoudingen.

Ervan overtuigd zijnde, dat iedereen de voorbije weken in de spiegel heeft gekeken en het besef alom aanwezig is, dat Samen Duurzaam ook iets van ons zelf vergt, maakt deze motie overbodig.

Tenslotte wens ik ons allen toe, dat we op korte termijn in hersteld vertrouwen mogen verder bouwen aan onze mooie stad.

 

Math de Loo, fractievoorzitter GroenLinks.